Onze website maakt gebruik van cookies. Functionele cookies zijn noodzakelijk voor de werking van onze website en kan je niet uitschakelen. Om onze website te verbeteren, kan je ook niet-functionele cookies toestaan. Meer informatie kan je vinden in ons privacybeleid.
De scoutsdas een geschiedenis
Een geschiedenis van de scoutsdas
De ene groep heeft een das met boord, de andere das heeft een beige das met schildje. Misschien heb je wel een das met Schotse ruit.
Elke groep heeft zijn eigen groepsdas, maar dat was niet altijd zo. Je kan gerust zeggen: België, een land met een bewogen dassenhistoriek.
De eerste scoutsdas of halsdoek.
Bij het bedenken van het scoutsuniform keek voormalig generaal Baden Powell heel hard naar het Britse legeruniform dat hij kende. De hoed met vier deuken beschermde tegen de zon zon en regen, de halsdoek had vooral een praktisch nut. Hij diende als draagverband of om dingen mee aan te duiden in het veld. Al snel ziet hij in dat de das meer kan zijn, een herkenningsmiddel. In de eerste versie van Scouting For Boys lezen we dat de das de kleuren van de patrouillelinten moet dragen. In een latere versie lezen we groepskleuren. De geboorte van de groepsdas als herkenningsmiddel. Even de plas over naar ons eigen land.
Bij de Belgische scouts
Bij de oprichting van de Baden Powell Belgian Boy Scouts in 1912 wordt een gele eenheidsdas voor de hele beweging voorgesteld.
Wat later voert men een tweede das in, een groene, om het onderscheid te kunnen zien tussen de collegetroepen en de volkstroepen. En de evolutie gaat verder. Waarom geen daskleur per provincie? Toch liever eigen groepskleuren? Wat dan met de bewegingsdas? Taalproblemen en cultuurverschillen doet de Boy Scouts langzaam uit elkaar drijven.
Tussen de twee wereldoorlogen
In 1930 ontstaat VVKS, het Vlaams Verbond der katholieke Scouts aan Vlaamse kant en het FSC, de Fédération des Scouts Catholiques aan Franstalige kant. De eerste verbondsvoorzitter, George De Hasque stelt opnieuw de gele eenheidsdas voor elke Vlaamse katholieke scout voor. Maar die soberheid vindt niet iedereen goed.
Al in 1931 vinden we rond Antwerpen verschillende groepen met een eigen groepsdas. Hoe George het ook probeert: de groepsdassen halen het van de gele eenheidsdas. In mum van tijd zien we alle mogelijke kleurencombinaties opduiken. Van de Schotse ruit tot de gekende das met boord of veld met rand. Hoe een kleur of kleurencombinatie gekozen werd hing af van groep tot groep. De Inspiratie kwam van overal. Soms koos een groep de kleuren van hun stad of gemeente, oude heraldische kleuren, de religieuze kleuren van de groepsheilige (blauw van Maria bijvoorbeeld) of kleuren uit de natuur om hun verbondenheid ermee te benadrukken. Of koos men soms simpelweg kleuren die mooi bij elkaar pasten? De groepsdas benadrukte de groepsgeest en de verbondenheid. In de tweede versie van de “Spelregels” in 1936 lezen we bij het uniform van scouting over een troepdas in plaats van een eenheidsdas. Ook werd de das meestal samengehouden door een knoop of soms met een metalen ring.
Wereldoorlog 2, de jaren 50 en de sixties
Tijdens de tweede oorlog legde de bezetter nooit een volledig activiteitenverbod op aan de scouts. Wel was er een strikt uniformverbod.
Op de beperkte bijeenkomsten van de scoutstroepen werd de scoutsdas in de praktijk door de vingers gezien. De scoutsdas was nog het enige herkenbare uniformstuk.
Na de oorlog is België in grote verdeeldheid: sommigen heulden met de bezetter, collaboratie, of verzetten zich tegen de bezetter, er was de koningskwestie. Ons land was meer dan ooit verdeeld.
Om te eenheid binnen de beweging na de oorlog te benadrukken besliste de verbondsraad in 1946 om opnieuw een eenheidsdas in te voeren. Een grijze scoutsdas, samengehouden door een gevlochten door een gevlochten lederen riempje. Blijkbaar hadden de economaatverantwoordelijken (de voorlopers van Hopper Winkel) een omvangrijke voorraad grijze stof op de kop kunnen tikken. Onder het mom “een scout is sober en spaarzaam” werd de nieuwe bewegingsdas gelanceerd. Om de das toch groepseigen te maken mochten lokale groepen als compromis een groepsschildje in de punt van de das plaatsen.
Iedereen blij? Niet helemaal. Hoewel zowat 90% van de groepen de nieuwe regel volgde, bleven anderen “volharden” in de groepsdas. VVKS was streng op haar nieuw ingevoerde regel. Het verbond ging zelfs zo ver dat groepen met afwijkende das de toegang tot nationale activiteiten of vormingen werd ontzegd.
Ook zeescouts kregen hun eenheidsdas. Als ode aan hun stichter (en ook de eerste verbondsvoorzitter) George de Hasque werd voor zeescouting gekozen voor een gele eenheidsdas.
Wat bij de meisjesgidsen? Tot 1960 blijft meisjesgidsen een Belgische beweging, wel met een Vlaamse vleugel. De dassenkwestie verloopt hier minder hevig dan bij de jongensscouts. Al snel kiezen zij voor een stijlvollere versie, in plaats van een gerolde en geknoopte das wordt de gidsendas geknoopt zodat ie als een stropdas rond de hals kon worden gedragen. Elke tak had zijn eigen kleur das, dat was zo in elke gidsengroep gelijk. In de sixties schakelden gidsen zelfs - volledig naar de mode van die tijd – over naar een smalle stropdas. Maar niet voor lang, want het samengaan van VVKM en VVKS hing in de lucht.
De turbulente sixties waren ook voelbaar in scouting. Een vernieuwende verbondsleiding koos voor een minder traditionele koers en stuurt de beweging de moderne tijd in. Gedaan met de “blokhutmentaliteit”. De scouts- en gidsenbeweging moet een maatschappelijk geëngageerde beweging worden.
Het jaarthema van 1967 liet er geen twijfel over bestaan. Met “Een nieuwe start” werd ook het uniform voor verkenners en leiding aangepast. Een lange (!), beige broek, grijs hemd, bordeaux trui en geen das! Natuurlijk stootte dit op hevige weerstand van de lokale scoutsgroepen. Het vernieuwde uniform bleek al snel onpraktisch en duur in aankoop. Een nieuw, duur uniform, zonder groepsdas? Wat nog? Hevige discussies doen de scoutsbeweging trillen op de grondvesten. Bijna leidde dit tot een afscheuring binnen VVKS. Met leden ogen ziet de verbondsleiding de groepen kiezen voor een eigen versie van het uniform of zien ze zelfs teruggrijpen naar het traditionele uniform. En wie duikt er terug op bij de wissel van het decennium? Juist!
Jaren 70 Medebeheer. Terug een das.
Bij het begin van de jaren 70 is de groepsdas er terug van eigenlijk nooit echt weggeweest. Oudere en bestaande groepen namen terug hun traditionele kleuren op, jongere groepen kozen voor hun eigen nieuwe versie.
Een andere verandering zien we over het uniform, waar eerder de nationale leiding of verbondsleiding besliste over het uniform, waren het nu de groepen zelf die beslisten of ze al dan niet veel belang hechten aan het uniform. Medebeheer! In 1973 koos de beweging voor een statutair gemengde beweging. Heel wat groepen kozen voor de gemengde werking. Jongens- en meisjesgroepen gingen samen of breidden hun werking uit. En zo namen onze gidsen voor het eerst de groepsdas op.
En vandaag?
De meeste groepen dragen tot vandaag hun eigen groepsdas. Waar groepen samengaan wordt vaak gekozen voor een combinatie van twee dassen of een volledig nieuwe das. De verbondsdas is nooit verdwenen, een handvol draagt die nog steeds. Enkel zeescouts, zij blijven trots hun gele zeescoutsdas dragen.
In elke groep is onze scoutsdas een onmisbaar uniformstuk. Vaak is het zelfs het eerste uniformstuk en af en toe ook het enige uniformstuk. In elk geval herkenbaar als scouts.
Wees er fier op.
Met de gewaardeerde medewerking van Bruno Grigis, gepassioneerd scoutsverzamelaar